Hoeve
De historische hoeve van Kasteel Borgharen vormt een belangrijk onderdeel van het landgoed, met authentieke bouwstijl en karakteristieke elementen die herinneren aan het agrarische verleden.
Philibert 1651 - 1653
De idee om mensen en dieren van elkaar te scheiden is relatief nieuw. In de middeleeuwen had het kasteel geen aparte hoeve; hooi, graan en vee werden rondom het woonhuis opgeslagen. In 1647 kocht Philibert van Isendoorn het landgoed en kasteel. Aangezien hij gewend was aan de luxe van Hollandse buitenplaatsen, startte hij een ingrijpende modernisering. De bedrijven werden uit het hoofdgebouw verwijderd en kregen hun plek in een grote, hoefijzervormige hoeve. Dit soort voorhoven zijn nog steeds te zien bij kastelen zoals Hoensbroek en Mheer, wat getuigt van de veranderingen in het agrarische leven in die tijd.
Raphaël 1888-1889
In 1887 brandde de 17de-eeuwse voorhof volledig af. De baron van die tijd, Raphaël de Selys-Longchamps, aarzelde niet en liet het merendeel slopen, inclusief de resterende vleugels. Hij bouwde de boerderij opnieuw op een indrukwekkende manier. De nieuwbouw kreeg een “middeleeuws” uiterlijk met schietgaten en zware poorten, maar was intern heel modern. De stalen dragers bij de ingang zijn zelfs zichtbaar gelaten, wat een opvallend contrast vormt. Raphaël lijkt geen tegenstrijdigheid te zien tussen nostalgie en moderniteit, en dat weerspiegelt zijn visie op de combinatie van historische elementen en hedendaagse architectuur.